Er is steeds meer behoefte aan levensloopbestendig wonen, zijn we daarop voorbereid?
Over 10 jaar zijn er 2,5 miljoen 75-plussers. Een flink deel daarvan wil zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, het liefst in de eigen buurt. Dus zijn er woningen nodig die geschikt zijn voor levensloopbestendig wonen. Maar op dit moment zijn levensloopbestendige woningen in Nederland nog veel te weinig beschikbaar. Dus het roer moet om. Gemeenten moeten toe naar een woon-zorgbeleid dat een antwoord geeft op de groeiende behoefte aan levensloopbestendig wonen. Dat is nog geen eenvoudige opgave. Van alle gemeenten blijkt 15-40% nog helemaal geen uitgesproken woon-zorg beleid te hebben. Zij zijn dus nog ver van een antwoord verwijderd. Om te komen tot een doeltreffend woon-zorgbeleid hebben ze nog een hele uitdaging aan te gaan. De Taksforce Wonen en Zorg is in het leven geroepen om gemeenten daarbij te stimuleren en te ondersteunen. We praten erover met Hans Adriani, voorzitter van de Taskforce Wonen en Zorg en met Michiel Wijnen, partner bij Zenzo Maatschappelijk Vastgoed, een speler in de vrije sector.
Het thema levenloopbestendig wonen raakt ons allemaal
De Taskforce Wonen en Zorg brengt partijen bij elkaar en helpt ze om hardnekkige vraagstukken rond levensloopbestendig wonen op te lossen. Het doel is dat er uiteindelijk voldoende woningen in elke gemeente beschikbaar zijn waarin mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en de regie over hun eigen leven houden. Daarvoor zijn niet alleen geschikte woningen nodig. Bij deze woningen moet ook zorg en ondersteuning beschikbaar zijn. Pas dan worden het echt levensloopbestendige woningen. Het bouwen van dergelijke woningen gaat op dit moment nog erg langzaam. Volgens Hans Adriani komt dat onder andere doordat ”stenen” en ”zorg” geen vanzelfsprekende partners zijn. Hans Adriani: “Dat maakt de noodzakelijke samenwerking tussen betrokken partijen ingewikkeld. Die partijen zijn de woningcorporaties, zorginstellingen en gemeenten. De gemeenten zijn daarbij niet alleen beleidsmatig en bestuurlijk betrokken. Zij zijn dan ook de aangewezen partij om de regie over de samenwerking op te pakken.” “Maar levensloopbestendig wonen is niet alleen een vraagstuk van de sociale huisvesting”, reageert Michiel Wijnen. ”Het thema speelt net zo sterk in de vrije sector. De toenemende behoefte aan levensloopbestendige woningen is een zorg van ons allemaal.”
Daadkrachtige samenwerking zorgt voor een robuuste infrastructuur


Hans Adriani: ”De verbinding tussen wonen en zorg is binnen gemeenten dikwijls een knelpunt. Het zorglandschap is vaak sterk versnipperd met een veelheid aan zorg-en welzijnsorganisaties. De woningcorporaties en zorginstellingen hebben zeer verschillende belangen. En gemeenten zelf hebben met tal van procedures te maken die allemaal doorlopen moeten worden. Dat maakt een daadkrachtige samenwerking tot een complexe zaak. Maar complex of niet, samenwerken is noodzakelijk. Daarom heeft de Taskforce Wonen en Zorg ook zo’n belangrijke taak. De Taskforce overbrugt het verschil in belangen en verbindt. In de praktijk zien we bijvoorbeeld dat het woon-zorgthema heel vaak door zorgmensen wordt aangevlogen. En die spreken een heel andere taal dan de corporaties. Zorginstellingen staan er in de regel niet meteen bij stil dat je een ruimtelijke ordeningsproces moet doorlopen als je een stenen vraagstuk hebt. Dat je te maken krijgt met een taai proces waarin het vaak jaren knokken is met archeologie, verkeer, geluid, lucht en noem maar op. Op die thema’s kan de Taskforce partijen verbinden en duidelijk maken dat het begint met de stenen. Met de vraag: hoeveel geschikte woningen moeten er komen waar mensen tot hun 80e uit de voeten kunnen? En waar laat je dat dan in de gemeente landen? Als je antwoord op die vragen hebt, weet je veel beter waar, wanneer en hoeveel zorg-en welzijnsvoorzieningen er nodig zijn. Als je langs die weg de samenwerking aangaat, ben je veel daadkrachtiger en kun je een robuuste infrastructuur voor levensloopbestendig wonen neerzetten.”
”het thema levensloopbestendig wonen is niet alleen een vraagstuk van de sociale huisvesting, het speelt net zo sterk in de vrije sector; de toenemende behoefte aan levensloopbestendige woningen is een zorg van ons allemaal”.
Mensen willen ook in een fijne woonomgeving wonen
Michiel Wijnen onderschrijft de waarde en het belang van een draadkrachtige samenwerking. Levensloopbestendig wonen en werken is leidend in vrijwel elk project waarin hij met Zenzo participeert. Michiel heeft dan ook veel ervaring met de verbinding tussen woningbouw enerzijds en zorg, welzijn en sociale cohesie anderzijds. Michiel Wijnen: ‘Wat niemand wil is dat er ergens in een dorp of stad een grote toren komt of dat je een Vinex-locatie inricht waar ouderen lang zelfstandig kunnen wonen. Dan heb je het in aantal wel opgelost, maar je hebt de mensen ook weggestopt op een plek die voelt als een bejaardenhuis. En dat is niet de opgave. Want uiteindelijk wil iedereen, met welke beperking of zorgbehoefte dan ook, gewoon in een fijne woonomgeving wonen die ook eigen voelt. Tegelijk heeft ieder type zorg wel een bepaalde omvang nodig om het exploitatie en personeelstechnisch te kunnen draaien. Het moet op een economisch verantwoorde wijze gebeuren, anders wordt het onhaalbaar en onbetaalbaar. Het is dus echt zoeken en samenwerken om de beste oplossingen te realiseren. We moeten elkaar de hand vasthouden en kijken hoe het kan. Want anders gaat het niet gebeuren. Ruimtelijke ordening is een heel ander proces dan de zorg en toch hebben ze elkaar nodig. En er kan vaak veel meer dan we denken”.
Er is nog volop werk aan de winkel
In mei 2020 heeft de Taskforce Wonen en Zorg een nulmeting uitgezet. Daaruit blijkt dat één op de drie gemeenten op dit moment een woon-zorg visie heeft. Een groot deel van de gemeenten moet daarmee dus nog aan de slag. Maar ook een visie is nog maar het begin. Een heel belangrijk begin, maar het zijn nog geen woningen met zorg-en welzijnsvoorzieningen. Duidelijk is dat er nog veel werk aan de winkel is om te komen tot voldoende levensloopbestendige woningen in Nederland. Gelukkig staan we ook niet stil. Bekijk de diverse inspirerende voorbeelden die er inmiddels wel zijn en die laten zien hoe het kan.