Moderne naastenliefde in het Kloosterkwartier in Veghel

Het Kloosterkwartier is een herbestemming van het erfgoed van de Congregatie der Zusters Franciscanessen. Na 175 jaar maatschappelijke betrokkenheid van de zusters en nu er nog maar 29 over zijn, is het gebied toe aan een nieuwe impuls. De zusters hechten echter wel veel waarde aan de voortzetting van de traditie. Ze zijn altijd erg betrokken geweest bij de Veghelse samenleving en hadden bijzondere aandacht voor opvoeding, zorg, opvang en scholing. Saamhorigheid, verbondenheid en solidariteit vormen de rode draad van hun gedachtengoed. En dat wilden de overgebleven zusters graag behouden. Samen met hen maakte Zenzo Maatschappelijk Vastgoed plannen voor de herontwikkeling van het terrein van het klooster en het naastgelegen voormalige Bernhoven-Veghel ziekenhuis.

Kloostertuin

Het Kloosterkwartier, acht hectare groot, is sinds 2018 een gebied in ontwikkeling. In de eerste fase zijn de leegstaande gebouwen in gebruik gegeven, in de tweede fase zijn de eerste 150 woningen, zowel reguliere als zorgwoningen, gerealiseerd en in de derde fase worden de komende jaren nog 350 woningen toegevoegd.

Dé ontmoetingsplek is een park met een 30.000 vierkante meter grote kloostertuin, een groen hart midden in Veghel dat nu voor iedereen toegankelijk is en wordt onderhouden door mensen met een extra zorgbehoefte. Het Bernhoven-Veghel ziekenhuis is gesloopt en vervangen door woningen.

In het klooster zijn 30 appartementen voor jongeren met autisme en een kinderdagverblijf voor kinderen met een extra zorgbehoefte gekomen. En om ontmoeting tussen verschillende groepen in het Kloosterkwartier te stimuleren zijn nog meer voorzieningen toegevoegd. Zo is de oude eetzaal omgetoverd tot overdekte jeu-de-boules-baan en de lokale biljartclub heeft er z’n intrek genomen. De leden van de biljartclub runnen op vrijwillige basis de ontmoetingsruimte van de zusters. Zo kan iedereen heel gemakkelijk en op een laagdrempelige manier bekende én nieuwe mensen ontmoeten.

De keuze voor een mix van wonen, zorg, regulier en bijzonder onderwijs en maatschappelijk werk is volgens Michiel Wijnen, mede-eigenaar van Zenzo, in samenspraak met toekomstige bewoners en omwonenden tot stand gekomen. En omwonenden maken inmiddels ook veelvuldig gebruik van het terrein van het klooster dat altijd een verborgen gebied midden in Veghel is geweest. Wijnen: “Zij komen hier graag langs voor activiteiten of gewoon voor een wandeling door de kloostertuin.”

“Dé ontmoetingsplek is een park met een 30.000 vierkante meter grote kloostertuin.”
Sociale waarde

Er komen nog meer ontmoetingsplekken bij, zoals Leefgoed Veghel. Dit moet een ‘huiskamer’ worden waarbij Veghelaren en organisaties elkaar kunnen vinden om elkaar zo nodig te helpen, aldus Inge van Eekelen, voorzitter van de projectgroep Leefgoed Veghel. “Stel je voor, iemand loopt ergens tegenaan en zoekt daarvoor een oplossing. Dat kan een zorgvraag zijn, maar ook over het ophangen van een schilderij. Wij zoeken dan de geschikte partijen en brengen ze met elkaar in contact.”

Het is dit soort ontmoetingen en zorg voor elkaar dat Wijnen graag ziet ontstaan in het Kloosterkwartier. En dat is niet vanzelfsprekend voor een ontwikkelaar die ook inkomsten moet genereren. In een gebiedsontwikkeling sneuvelen de gedeelde ruimtes om financiële redenen vaak als eerste, zegt Wijnen die benadrukt dat Zenzo als ontwikkelaar van sociaal duurzaam vastgoed het toevoegen van extra sociale waarde juist als kerntaak ziet.

Eenzaamheid

Volgens Floris Alkemade, tot voor kort Rijksbouwmeester en op persoonlijke titel vanuit zijn stedenbouwkundige expertise als supervisor betrokken bij Kloosterkwartier, is het creëren van die extra sociale waarde van groot belang omdat nu te veel mensen vereenzamen. “In de vorige generaties zijn wonen, werken, winkelen en recreëren in aparte stedelijke zones gescheiden. Dat leek lang logisch, maar inmiddels beseffen we dat daarmee ook veel verloren is gegaan. Als je alles uit elkaar haalt, hoe red je het dan samen? Tachtig procent van de bevolking is nog goed verbonden, maar twintig procent niet meer en die groep valt buiten de boot. Eén op de tien volwassenen is eenzaam en in achterstandswijken loopt dat snel op tot één op de vijf. Dat zijn diepingrijpende problemen.”

Volgens Alkemade laat het Kloosterkwartier zien dat het ook anders kan: “Het mooie is dat je hier de meest kwetsbaren met de meest krachtigen verbindt en daardoor weer een samenleving creëert. Dat is een vorm van duurzaamheid die zoveel rijker is dan alleen de energetische. Dat raakt alle thema’s; ook van de vereenzaming. Het oorspronkelijke gedachtegoed van de zusters vind ik daarbij enorm verrijkend. Religie lijkt bijna iets dat we achter ons gelaten hebben, maar de achterliggende vorm van idealisme past geweldig in deze tijd. Het is van belang om dat wat van waarde is een nieuwe toekomst te geven.”

“We creëren plekken waar mensen elkaar terloops tegenkomen en spontaan met elkaar in contact komen.”
Weerstand

Maar hoe creëer je nou zo’n sterke sociale en inclusieve leefomgeving? Wijnen: “In onze huidige maatschappij is eenzaamheid aan de orde van de dag en wordt verwacht dat je steeds meer zelf de regie neemt. Maar de contacten die je daarvoor nodig hebt, krijg je niet zomaar. Zeker niet als je ook nog eens zorg of extra hulp nodig hebt. We creëren daarom plekken waar mensen elkaar terloops tegenkomen en spontaan met elkaar in contact komen. In de kloostertuin, in het buurthuis of gewoon in de wandelgangen.”

Toch gaat het creëren van een gemeenschap niet vanzelf, zo is ook in het Kloosterkwartier gebleken. Vooraf waren er bijvoorbeeld twijfels over hoe de jongeren met een zware vorm van autisme binnen het sociale geheel zouden functioneren. Wijnen: “We hebben hierover met de zusters overlegd en zij zeiden: we gaan het doen. Moeder Overste heeft nog altijd het vetorecht als het gaat om nieuwe bewoners van het klooster. In het begin was er weerstand bij de mensen in de buurt. En die bleek niet ongegrond, want er stond meerdere keren een politieauto voor de deur. We hebben een buurtcommissie opgericht en samen met de zorgorganisatie afgesproken dat als het echt niet gaat we een andere oplossing zoeken. Met de buurtcommissie komen we iedere maand bij elkaar. De zorgorganisatie heeft toegezegd net zolang door te selecteren totdat de groep in balans is, want voor mensen met autisme is de groepsdynamiek een erg belangrijke factor. Na driekwart jaar was het opgelost. De gemeenschap functioneert nu prima.”

SCHRIJF JE IN VOOR ONZE NIEUWSBRIEF

Nieuws