De maatschappelijke verbreding van scholen

Scholen zou je heel goed kunnen combineren met wonen of andere functies. Een kansrijk perspectief, want de samenleving zoekt naar een oplossing voor het woningtekort. Wat is er nodig voor de maatschappelijke verbreding van scholen?

Rond het thema maatschappelijke verbreding organiseerde Zenzo Maatschappelijk Vastgoed een workshop, waarbij hoofdredacteur Sibo Arbeek van Schooldomein, partners Michiel Wijnen en Gert van Uffelen van Zenzo, Floor Driessen van ICSadviseurs en Marco van Zandwijk van Ruimte-OK met elkaar in gesprek gingen. Michiel: “Er is een nijpend woningtekort en de druk op de zorg neemt toe. Tegelijk staat de meerderheid van de schoolgebouwen na schooltijd voor 80% leeg en neemt de eenzaamheid onder ouderen in de wijk toe. Dan lijkt het toch vanzelfsprekend dat er een verbinding wordt gemaakt tussen het school(gebouw) en de directe omgeving? In de praktijk zie ik echter nog maar weinig gedeelde aula’s met ouderen en zorgwoningen boven een school met een gezellig hart waar iedereen welkom is.”

HET KIND CENTRAAL

“Scholen zijn wel bezig met de maatschappelijke verbreding, met name vanuit de leerling bekeken’’, opent Floor; “zorg of maatschappelijke functies worden in huis gehaald om leerlingen optimaal te kunnen ondersteunen. Dat zie je ook wanneer een school actief met de wijk bezig is. Doel is dan vaak om die leerling burgerschapszin bij te brengen of stageplekken te bieden. Prima, maar er is meer uit te halen als partijen als volwaardige samenwerkingspartners met elkaar om de tafel gaan.” Gert knikt: “De mens staat centraal, maar altijd in relatie tot het gebouw en de omgeving.

Een school staat niet op zichzelf, maar vormt een actief onderdeel van de omgeving. Denk aan de relatie met bewoners, maar dat kunnen ook bedrijven, zelfstandigen of andere voorzieningen zijn. Je wilt eenzaamheid tegengaan, iets doen aan ondersteuning bij zorg of de ontmoeting tussen mensen faciliteren. Scholen spelen een belangrijke rol bij het verminderen van kansenongelijkheid. Dan kom je snel op de verbinding met de wijk. Veel mensen hebben behoefte aan activiteiten, om uit het eigen isolement te komen en om nog mee te kunnen tellen. Kunnen scholen daar iets in betekenen? Dat past ook bij de duurzaamheidsopgave, waarbij gemeenschapsvorming een belangrijk doel is.”

ONDERWIJS, OPVANG EN ZORG

“Het begint altijd bij de gebruikers zelf”, reageert Floor, “van daaruit kijk je wat op een natuurlijke manier kan verbinden, waarbij het gebouw dat kan faciliteren. Een mooi voorbeeld is het IKOC (Integraal Kind- en Ouderen Centrum) in Noord- Scharwoude. Dat gaat verder dan alleen opvang en onderwijs, want hier heb je ook een combinatie met ouderenhuisvesting. Het is een uniek nieuwbouwproject waar onderwijs, wonen, zorg, buurt, jong en oud verbonden zijn. Aanleiding is tweeledig; het huidige schoolgebouw van Allente is verouderd en Horizon Zorgcentrum zoekt uitbreidingsmogelijkheden en nieuwe vormen van zorghuisvesting. Beide partijen zijn door gemeente Dijk en Waard aan elkaar gekoppeld om een verregaande samenwerking te onderzoeken, met het IKOC als uitkomst. ICSadviseurs ondersteunt beide partijen bij het vertalen van de gemeenschappelijke visie naar dit nieuwe concept, waar mensen van 0 tot 104 samen wonen, werken en leren. Een fysieke aanleiding kan dus heel goed tot een maatschappelijk gewenst initiatief leiden. We hebben bijvoorbeeld lang met de partners nagedacht over de vraag of je één ingang moet maken met een gezamenlijk buitenplein. Het is een gebouw voor 200 leerlingen, twee groepen opvang en vijftig bewoners. Door een centraal hart te maken en één ingang, stimuleer je die ontmoeting. Maar wat nou als iemand met zo’n rollator naar buiten komt en de kinderen aan het voetballen zijn? Dat is onderdeel van de leerervaring van kinderen en ouderen, vinden de opdrachtgevers. Het IKOC is de maatschappij in het klein en dat betekent dat je rekening houdt met elkaar.”

“Je moet in het maatschappelijke en fysieke domein voor aanleidingen zorgen, waardoor spontane ontmoetingen vanzelfsprekend zijn.”

BURGERSCHAPSZIN

“In Het Hart van Vathorst hebben we ook voor een centraal hart gekozen als ontmoetingspunt tussen alle gebruikers en de wijk”, vertelt Michiel; “een ander voorbeeld is Trivium; een school voor voortgezet praktijkonderwijs in Amersfoort. Daar gaat het niet om wonen, maar ligt het accent op de leerwerkervaring van de jongeren en het bevorderen van hun burgerschapszin. Ondernemers uit de omgeving exploiteren samen met de wijk het centrale hart. De bedrijven hebben arbeid nodig en de leerlingen willen graag aan het werk; een winwinsituatie. Dat geeft een nieuwe dimensie aan de school en zorgt er ook voor dat de school actief onderdeel van de wijk wordt.” Gert vult aan: “In Zeist hebben we de MFA Het Binnenbos gerealiseerd; een mooi voorbeeld van efficiënt ruimtegebruik en maatschappelijke ontmoeting. Het Binnenbos is een ontmoetingscentrum gericht op zorg & welzijn, zelfontplooiing en ontmoeting voor alle inwoners van Zeist-Oost. De woningen boven het centrum zijn een thuis voor 42 cliënten van Abrona. Het gezondheidscentrum heeft drie huisartsen, een apotheek, twee fysiotherapiepraktijken en een praktijk voor oefentherapie. De muziekschool is een vaste huurder. In de kelder liggen de gymnastieklokalen voor de basisscholen en wijksportorganisaties. En dat alles in combinatie met een gezellig eetcafé, waar leerlingen van de naastgelegen school kookles krijgen. Die leerlingen maken ook meteen broodjes die door de buurt gekocht kunnen worden. Door al die activiteiten met elkaar te verbinden konden de partners in goede horeca-apparatuur en een gemeenschappelijke horecaruimte investeren.”

MAATSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN

“Een mooi voorbeeld van een community is IKC de Vaart in Ter Aar”, vult Sibo aan; “daar vind je een school, kinderopvang, de bibliotheek, het CJG, bewegen voor ouderen, een ouderenontmoetingspunt en een sporthal. De kernpartners bewaken de samenwerking en stemmen hun activiteiten op elkaar af. Een doorlopende ontwikkellijn voor kinderen is het uitgangspunt en van daaruit kijk je naar de behoefte uit de omgeving. Een arrangement kan per omgeving verschillen; de ene wijk heeft behoefte aan een centrum voor Jeugd en Gezin, maar op een andere plek kan de ontmoeting met ouderen uitgangspunt zijn. In alle gevallen moeten het gezellige plekken zijn waar je graag wilt komen.” Marco knikt: “Wijken en buurten hebben aantrekkelijke ontmoetingsplaatsen nodig. De school is potentieel zo’n plek, maar is gek genoeg geen openbaar gebouw. Van oudsher werken wij in Nederland met onderwijsbestemmingen. Met de huidige druk op ruimte is dit alleenrecht voor het onderwijs eigenlijk niet langer uit te leggen. Ga denken aan een maatschappelijke voorziening vanuit het sociaal domein en er ontstaan veel meer mogelijkheden. Dan kun je veel makkelijker ontmoetingen faciliteren in en rond zo’n gebouw. Als onderdeel van de leeromgeving kunnen kinderen van betekenis zijn voor de omliggende wijk. Zo kent Groningen een brede school waarbij kinderen helpen om een duurzaamheidsloket te beheren. De wijk kan daar informatie krijgen over de werking van een zonnepaneel of een waterbesparende douchekop. Die kinderen helpen actief mee om de verduurzaming in hun wijk te stimuleren. Dat is ook een belangrijk onderdeel van burgerschapsvorming.”

“Ontmoeten is uiteindelijk verbinden, als mensen elkaar ontmoeten gaan ze vanzelf aan de slag om samen initiatieven te ontplooien.”

EXPERIMENTEERRUIMTE

“Ontmoeten is uiteindelijk verbinden”, vult Michiel aan, “als mensen elkaar ontmoeten gaan ze vanzelf aan de slag om samen initiatieven te ontplooien. Je moet in het maatschappelijke en fysieke domein voor aanleidingen zorgen, waardoor spontane ontmoetingen vanzelfsprekend zijn.” Floor knikt: “Er is experimenteerruimte nodig om die schotten en normen wat creatiever te verkennen. Je zou binnen het budget voor het ontwerp en de bouw kunnen onderzoeken of er ruimtelijk en maatschappelijk meer mogelijk is, zonder dat nog duidelijk is uit welk potje het betaald moet worden. Vaak werken opdrachtgevers met businesscases vooraf; waarbij je heel veel kansen mist als je op een traditionele manier de haalbaarheid toetst. Die zou je ook vanuit een maatschappelijke hoek kunnen aanvliegen. Dus niet alleen kijken wat het kost, maar ook wat het oplevert. Denk aan bewegen en gezond leven, waardoor mensen minder afhankelijk van zorg zijn of aan het werken aan taalachterstanden en een wijkregisseur. Dat levert op alle niveaus veel rendement op, waar nu niet mee gerekend wordt. Het vraagt ook om een beetje lef van bestuurders en opdrachtgevers om niet alleen vanuit het eigen perspectief, maar ook vanuit de omgeving en de maatschappelijke opgave naar een renovatie- of nieuwbouwopgave te kijken.”

SAMENVATTING

Iedereen heeft een beeld bij de noodzakelijke maatschappelijke verbreding van voorzieningen, maar we staan nog maar aan het begin van een noodzakelijke transformatie. Duidelijk is dat we (school)gebouwen en de omgeving niet langer moeten benaderen als een statisch eindpunt, maar als dynamisch middel om te verbinden. Belangrijk is ook dat het bewustzijn bij bestuurders, wethouders en hun beleidsambtenaren groeit over de kansen om ruimtelijk en maatschappelijk breder naar de fysieke opgaven te kijken. Daarbij kan de school of het kindcentrum een verbindende schakel zijn, waarbij arrangementen per omgeving anders kunnen zijn. Tenslotte zou er ruimte moeten zijn om te experimenteren; er zijn voldoende geslaagde voorbeelden die als inspiratie kunnen dienen.”